Tag archieven: buren

Duiven voeren

In de Groene Amsterdammer* las ik over de Engelse Pat Arrowsmith (1930 – 2023). Ik wist niet van haar bestaan en dat vond ik met terugwerkende kracht jammer. Het leven van deze vredesactiviste van het eerste uur kende een grillig verloop met één constante: ze was onwrikbaar principieel ongeacht de gevolgen voor haarzelf. Ze voerde actie tegen kernproeven en nucleaire bewapening, zat elf keer in de gevangenis – voornamelijk vanwege het niet betalen van boetes die ze bij blokkades en demonstraties opliep – en organiseerde stakingen tegen alles waarmee ze het niet eens was, en dat was behoorlijk wat. Als ze niet bezig was met actievoeren, stakingen organiseren of gevangen zitten, werkte ze voor Amnesty International, maar ook als schoonmaakster, serveerster en krantenbezorgster.
Ze publiceerde diverse romans gebaseerd op haar activistisch leven, waarvan de memoir ‘I Should Have Been a Hornby Train’ niet onvermeld kan blijven. De titel verwijst naar haar entree op deze wereld. Bij haar geboorte werd haar twee broers verteld dat hen een verrassing wachtte. Die verheugden zich op een nieuwe speelgoedtrein. Tot hun teleurstelling kregen ze In plaats daarvan een zusje: baby Pat. 

Bij mij in de straat, slechts twee huizen verderop, woont een notoire duivenvoerder. Zodra de duiven langs mijn raam vliegen weet ik hoe laat het is. Vorig jaar liepen de gemoederen hoog op. Duiven verzamelden zich op de hekwerken van balkons en de richels van onze gevel. Als je de deur uitliep kon je maar beter een paraplu opsteken en uitkijken waar je je voeten neerzette. Bovendien werd je belaagd door een zwerm duiven die bepaald niet vredelievend aandeed. 
De duivenvoerder vond het allemaal prachtig. De eerste keer dat ik hem vroeg ermee te stoppen, was hij de vriendelijkheid zelve. Hij strooide een hand voer op de stoep om te bewijzen dat hij ze goed voer gaf en dat ze echt alles opaten. ‘Kijk dan hoe mooi,’ zei hij, een en al vertedering. ‘Alles gaat op. Hier komen geen ratten op af.’ Ik wees op de poep voor de deuren en de gevels en zijn vertedering was op slag verdwenen. ‘Gewoon schoonmaken.’ Of hij mijn gevel dan kwam schoonmaken? Hij maakte een wegwerpgebaar en beende weg. 
Mijn buurvrouw Conny lokaliseerde de woning van de boosdoener en stopte foldertjes over het voerverbod van de gemeente in zijn brievenbus. Een paar dagen later lag als resultaat hiervan een vers hoopje zaad op de stoeprand. Kennelijk lieten de uitgehongerde duiven het even afweten. Ik pakte blik en veger, veegde het voer op en deponeerde het demonstratief in de vuilcontainer tegenover zijn woning terwijl ik me voorstelde dat hij mijn sabotage handenwringend en vol afgrijzen gadesloeg. 

Onze volgende ontmoeting werd ronduit onaangenaam. Ik zag hem lopen, een tanige bruine man in nonchalante wijdvallende broek en mouwloos hemd, kalend, met als altijd de stoffen tas over zijn schouder. Ik volgde hoe zijn hand in de tas verdween en zwierig, onder het lopen, het zaad uitwierp. Een heterdaadje! ‘Meneer!’ riep ik. Hij keek achterom, zette de pas erin om me af te schudden en zijn woning in te vluchten, maar kreeg de deur niet snel genoeg open. Hij kon niet anders dan me te woord staan, in het Engels – ineens sprak hij geen Nederlands meer. De strekking: Hij hield van deze duiven en ik was een dierenhater, wij waren allemaal dierenhaters.
‘Jaja, echte dierenliefde,’ riep ik. ‘Deze duiven kunnen niet eens meer opstijgen omdat ze te vet zijn!’ 
Hij stond een trede hoger dan ik in zijn portiek en boog zich voorover terwijl hij woedend een spervuur aan woorden afvuurde. In het kort en vertaald: De duiven waren hier lang voor er mensen waren en ze zullen er ook nog zijn als jullie allemaal zijn weggevaagd! Als Poetin deze hele stad wegbombardeert zal ik voor hem applaudisseren! Daarop kreeg hij zijn deur open en verdween naar binnen. 

Misschien zou ik het hierbij hebben gelaten, had ik geweten van de lotgevallen van Pat Arrowsmith. Ik begon echter een mailwisseling met Nancy van de afdeling ‘Zorg en Overlast’ van de gemeente. Zij verwees door naar ‘Beter Buren’ als bemiddelaar in burenruzies. Een vriendelijke mevrouw zei het probleem in kaart te willen brengen en dan met alle partijen aan tafel te gaan zitten om een compromis sluiten. ‘Ik zie geen onderhandelingsruimte,’ zei ik, ‘er is een voerverbod en daar moet meneer zich aan houden!’ Nee, dan kon Beter Buren niets voor me doen. 
Bij de woningbouwvereniging had ik meer succes. Na het invullen van een klachtenformulier werd ik gebeld door een doortastende dame: ‘Vind meneer dat het voerverbod niet voor hem geldt? Dan zal ik hem snel uit die droom helpen!’
Ik stelde een bewoonster van de portiek van de duivenvoerder op de hoogte van mijn actie. 
‘Hij heeft twee gezichten,’ zei ze, ‘ik heb liever geen ruzie met hem.’ 
Een paar dagen na mijn telefoontje met de woningbouwvereniging trof ik haar weer. Alle bewoners hadden een gepeperde brief gekregen, die loog er niet om. ‘Ik zou het niet meer durven.’
Wat er in de brief stond weet ik niet, maar het hielp. Deze zomer begon hij even opnieuw met voeren, maar stopte ermee voordat het uit de klauwen liep. 

Vergeleken met Pat Arrowsmith is mijn duivenvoerder een watje. In 1968 trok zij met gelijkgestemden naar de grens tussen Vietnam en Cambodja om de Amerikaanse bombardementen te stoppen. En in 1991, toen de Golfoorlog dreigde, ging ze met een groep activisten naar de woestijn en stelde zich tussen de partijen op, slechts gewapend met het vredesteken. Doodsbang, maar vastbesloten. 
In 2001 nam de inmiddels zeventigjarige het in haar eentje op voor de duiven. ‘Dierenmoord’, verklaarde ze, nadat de burgemeester van Londen, Ken Livingstone, voorstelde om het voeren van duiven aan banden te leggen. Ondanks klachten van haar buren bleef ze duiven voeren vanuit haar raam. Het stadsdeel stuurde een paar pittige brieven. Daarop riep Arrowsmith de hulp in van een bevriend oud-gemeenteraadslid. Deze waarschuwde de afdeling ‘Huisvesting’ dat deze dame bereid was voor haar ‘vredesduiven’ naar de gevangenis te gaan. Uiteindelijk liet men de zaak rusten. 

* Patrick van IJzendoorn, ‘Het einde, Pat Arrowsmith, 2 maart 1930 – 27 september 2023’, 
De Groene Amsterdammer nr. 41 (2023)